Deze week zijn door de overheid van Myanmar twee islamitische scholen afgesloten na een week van protesten door radicaalnationalistische monniken. Het incident toont opnieuw aan dat in het Zuidoost-Aziatische land, moslimhaat prevaleert boven de toepassing van de wet.
De islamitische scholen zijn gevestigd in de wijk Tharkayta van de vroegere hoofdstad Yangon. De moslims in dit gebied zijn geen Rohingya en worden wél erkent als burgers van Myanmar. Ondanks dat zijn ook zij regelmatig slachtoffer van anti-islamitisch geweld.De islamitische scholen in de wijk worden door de moslims tevens gebruikt voor het verrichten van de dagelijkse gebeden omdat de overheid de bouw van een islamitisch gebedshuis niet toestaat. De grondwet van 2008 borgt voor alle religieuze minderheden – waaronder moslims – de vrijheid om hun eigen vormen van aanbidding te verrichten. In de praktijk volgen de overheid en de veiligheidsdiensten vaak de wens van radicaalnationalistische boeddhisten.
(tekst gaat verder onder de afbeelding)
Demonstranten dreigen met geweld
Op vrijdagmiddag werden de islamitische scholen bezet door demonstranten – waaronder monniken. Zij dreigden de scholen en omliggende gebouwen (zoals woningen en winkels van moslims) kort en klein te slaan als niet aan hun wensen werd voldaan. Hoewel de lokale politie initieel poogde te onderhandelen, weigerden de demonstranten de schoolterreinen te verlaten totdat deze werden gesloten, wat uiteindelijk bij twee scholen gebeurde.
Journalisten aangevallen
Bij de onrusten is tevens AP-correspondent Min Kyi Thein door demonstranten mishandeld. Zij vielen ook andere journalisten aan en drongen eropaan dat in de media niet zou worden gesproken over hun aanvallen op de islamitische scholen. Opmerkelijk, omdat juist diverse aanvallers zelf enthousiast beelden van de aanval op sociale media deelden nadat bekend werd dat de overheid de scholen zou sluiten.