Wereldwijd hebben moslims gisteren ‘eid ul-fitr (‘Suikerfeest’) gevierd, de islamitische feestdag die het einde van de maand Ramadan markeert. De traditionele groet die hierbij onderling wordt uitgesproken is ‘eid mubarak’ wat zoveel betekent als ‘ik wens je een gezegend feest’. Een groep moslims die in ieder geval géén gezegende dag heeft beleefd zijn de Rohingya-moslims uit Myanmar.
Al decennialang wordt deze bevolkingsgroep blootgesteld aan discriminerende wetgeving vanuit de overheid in combinatie met zwaar etnisch geweld dat voortvloeit uit de grassroots boeddhistisch nationalistische ‘969’-beweging. Volgens de Verenigde Naties behoren de Rohingya’s tot de meest vervolgde volkeren op aarde. Human Rights Watch concludeerde in een rapport van april dit jaar dat er sprake is van etnische zuivering tegen de Rohingya’s. En ook tijdens het suikerfeest kregen de moslims het zwaar te verduren.
De Rohingya’s worden niet door de overheid van Myanmar erkend als burgers maar weggezet als illegalen uit Bangladesh, ook al is hun aanwezigheid in het gebied al meer dan twee eeuwen geleden gedocumenteerd. De Rohingya’s – die voornamelijk in de noordwestelijke regio Rakhine State wonen – zijn hierdoor effectief statenloos. Ze worden door de overheid samengedreven in kleine dorpskernen die zij alleen met een vergunning mogen verlaten. Ook geldt er al vele jaren de officieuze wetgeving voor alléén deze bevolkingsgroep dat zij maximaal twee kinderen mogen krijgen, waardoor vrouwen bij een derde zwangerschap vaak aangewezen zijn op primitieve ‘zelf-abortus’ of kinderen simpelweg ‘niet bestaan’. Sinds de sterke toename van etnisch geweld dat vorig jaar juni begon, zijn tienduizenden huizen en tientallen moskeeën afgebrand, minstens 200 Rohingya’s gedood en tienduizenden op de vlucht geslagen naar voornamelijk Bangladesh en Thailand. Nog ongeveer 800.000 rohingya’s zijn in Myanmar achtergebleven, deels in IDP (Internally Displaced People) kampen.
Verbod op het vieren van Suikerfeest
De dag van het Suikerfeest begint traditiegetrouw met een gezamenlijk gebed, salaat al’eid genaamd. Voor het tweede achtereenvolgende jaar heeft de overheid in Myanmar voor een groot deel van de Rohingya-bevolking een verbod ingesteld op het uitvoeren van dit gebed door het opnieuw activeren van de artikel 144 noodtoestand. Deze wetgeving verbiedt publieke bijeenkomsten van meer dan vijf personen. Hierdoor konden in de Rohingya dorpen Buthidaung en Maungdaw de moslims het traditionele begin van het Suikerfeest niet verrichten. In het gebied waarin de noodtoestand is uitgeroepen is overigens ook een aanzienlijke boeddhistische populatie die zelfs gedurende de noodtoestand op geen enkele wijze door de overheid wordt verhinderd om in groten getale samen te komen om religieuze bijeenkomsten te hebben. Hieruit blijkt dat de noodtoestand die officieel een algemeen geldend karakter heeft in de praktijk alleen wordt toegepast op de islamitische bevolking.
In het zuidelijker gelegen dorp Kyaukphyu was de noodtoestand niet van kracht, waardoor de moslims wel samen konden komen voor het ‘eid-gebed. Echter waren hier tijdens onlusten in oktober vorig jaar alle moskeeën systematisch vernietigd en niet herbouwd, waardoor de lokale moslimbevolking alleen op kleedjes in de buitenlucht samen kon komen.
Rohingya’s gebruikt voor schietoefening
Ook in de iets grotere stad Sittwe en een aangrenzend IDP-kamp is de discriminerende wetgeving van toepassing. Tot enkele weken geleden maakte de gevreesde NaSaKa grenspolitie hier nog de dienst uit, met een lang trackrecord van afpersing, ontvoering en onwettige onteigening van eigendommen waar de Rohingya bevolking mee te maken kreeg. Daags voor een bezoek aan Engeland en Frankrijk door de president van Myanmar maakte de regering de ontmanteling van deze grenspolitie bekend, waarschijnlijk als ‘goed gebaar’. De NaSaKa werd echter direct vervangen door de Hlun Tin, ME-achtige ordetroepen die in korte tijd alle hoop op verbetering teniet hebben gedaan.
Toen zij gisteren waarnamen dat tijdens de noodwet twee Rohingya erop uit trokken om buiten hun dorp te gaan vissen in een nabije rivier, openden zij het vuur. Eén van de twee mannen kwam hierbij om het leven. De andere die het overleefde legde later volgens RvisionTV News uit dat zij beiden als doelwit waren gebruikt voor een schietoefening door de Hlun Tin. Toen de Rohingya het lichaam van de gedode man opeisten bij de Hlun Tin werd dit geweigerd. Bij de schermutselingen die hierop volgden werden nog minstens vier Rohingya’s doodgeschoten. Toen dit nieuws de bewoners van het IDP-kamp bereikte leidde dit weer tot een heftige reactie van grote groepen moslims. Vrouwen die later op de dag het kamp probeerde te ontvluchten vanwege het geweld werden door de politie zwaar mishandeld. Het incident heeft de potentie om een nieuwe piek in sektarisch geweld te veroorzaken. Tot zover de gezegende feestdag.
Rohingya vluchtelingen in Thailand
Sinds het geweld in juni 2012 weer in alle hevigheid oplaaide zijn duizenden Rohingya’s gevlucht. Velen van hen zijn terecht gekomen in Thailand, waar zij sinds januari worden vastgehouden in detentiecentra, waarbij mannen worden gescheiden van vrouwen en kinderen. De mannen zijn grotendeels vastgezet in overbevolkte cellen waar nauwelijks tot geen ruimte is voor enige lichaamsbeweging. Nadat diverse mannen overleden door de slechte omstandigheden in deze overbevolkte cellen besloot de lokale overheid vorige week de vluchtelingen over meerdere locaties te verspreiden. De detentiecentra waar de vrouwen en kinderen verblijven worden geplaagd door mensensmokkelaars en corrupte politieagenten. Op dit moment loopt er een rechtszaak tegen een aantal mannen die een vrouwelijke vluchteling en haar dochter onder valse voorwendselen had meegenomen, vastgezet en meerdere dagen verkracht.
De 6 maanden deadline die de lokale overheid zichzelf had gesteld om het probleem van de Rohingya vluchtelingen op te lossen is inmiddels ruimschoots overschreden, waardoor ook zij het Suikerfeest in de overvolle cellen steeds dichterbij zagen komen. Toen zij op de ochtend van het Suikerfeest de cellen wilden verlaten om gezamenlijk het gebed te verrichten werden zij tegengehouden door de immigratiedienst. Deze boden aan dat slechts 5 personen tegelijk het gebed mochten verrichten. De Rohingya’s gingen hiermee niet akkoord en probeerden de cellen te verlaten om toch het gebed te kunnen verrichten. De Thaise politie heeft dit uiteindelijk kunnen voorkomen, mede door het inzetten van waterkanonnen, en dwong de Rohingya’s terug hun cellen in.
De internationale gemeenschap
De toekomst ziet er voor de Rohingya’s, zowel binnen Myanmar als voor de vluchtelingen, niet rooskleurig uit. Terwijl de situatie in Rakhane state met de dag lijkt te verslechteren hebben ook de vluchtelingen nauwelijks uitzicht op een verbetering van hun situatie. De internationale gemeenschap complimenteert de overheid van Myanmar met het doorvoeren van (soms oppervlakkige) democratische hervormingen, maar er is nauwelijks sprake van enige diplomatieke druk om de etnische zuivering van de Rohingya’s te beëindigen. Tijdens het eerdergenoemde bezoek van de president van Myanmar aan Engeland en Frankrijk werd uitgebreid gesproken over het aangaan van grotere economische samenwerking. De plaats van mensenrechten en specifiek de situatie van de Rohingya’s werd hierbij nauwelijks als onderwerp aangestipt. Toen een journalist de president vroeg naar de omstandigheden van de Rohingya’s antwoordde deze dat hij dát woord niet kende, maar wel iets had gehoord over een groepje Bengalezen in zijn land. De meeste sancties die van kracht waren jegens Myanmar zijn recentelijk opgeheven door de Europese Unie, als blijk van waardering voor de hervormingen die het land doorvoert. De Rohingya’s worden binnen Myanmar gedood en buiten Myanmar doodgezwegen.