Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) was deze week in Myanmar vanwege de opening van de nieuwe Nederlandse ambassade in het land. Tijdens zijn bezoek aan het Aziatische land had hij tevens een ontmoeting met Aung San Suu Kyi. Hij besprak tijdens deze ontmoeting de mensenrechten in het algemeen en de situatie van de Rohingya specifiek, maar maakte daarbij een knieval voor het regime in de wijze waarop hij hen aanduidde.
“Het is goed dat er nu een Nederlandse ambassade is in Myanmar én dat we daardoor nog meer rechtstreeks het gesprek kunnen voeren over de positie van de Rohingya,” aldus Nourdeen Wildeman, voorzitter van Stichting as-Salaamah wal’Adaalah. “Echter, het heeft natuurlijk alléén zin als je laat zien dat je zelf standvastig bent over dat onderwerp en je je niet schikt naar de duiding zoals deze wordt gegeven door diegene die deze mensenrechtenschendingen in stand houden of zelfs uitvoeren.”
Benoemen van de Rohingya
Eén van de aspecten van het overheidsbeleid ten aanzien van de Rohingya, is het ontkennen dat deze bevolkingsgroep de Rohingya zijn. Daarom dwingt het regime andere landen om danwel de term ‘Rohingya’ niet te gebruiken, danwel dit zeer omslachtig te doen. Eerder legde Aung San Suu Kyi dit decreet neer bij de Amerikaanse ambassadeur en bij de Verenigde Naties, die het direct van de hand wezen. “Suu Kyi heeft de nieuwe Amerikaanse ambassadeur in Myanmar gevraagd de naam ‘Rohingya’ niet te gebruiken. Dit betekent dat de discriminatie waar deze minderheidsgroep al tientallen jaren mee wordt geconfronteerd door haar wordt voortgezet,” zei Adama Dieng, VN speciaal adviseur voor de preventie van genocide, hierover.
“Wij waren er net in de week dat er incidenten waren met de islamitische minderheid die zichzelf de Rohingya noemen,” zo stelde Koenders in bijzijn van Aung San Suu Kyi.
“Deze formulering is dus sterk problematisch,” aldus Wildeman. “In feite trek je met deze woordkeuze de claim van de Rohingya dat zij Rohingya zijn in twijfel of spreek je je hier minstens niet over uit. Niemand zou Koeders omschrijven als ‘de man die zichzelf minister noemt’, dat zou idioot zijn. Toch is dat wat Koenders doet ten aanzien van de Rohingya.”
Internationale organisaties die zich richten op genocide preventie waarschuwen al jaren dat het (deels) ontkennen van het bestaan van een bevolkingsgroep behoort tot één van de stappen richting een genocide. “Als het gaat om de dreiging van genocide, dan kan je geen innocent bystander zijn. Of je verzet je ertegen, of je staat toe dat het gebeurt. Als wij in woord al niet standvastig zijn, hoe zullen de daden van de Nederlandse overheid jegens Myanmar dan wel niet zijn?” vraagt Wildeman zich af. “Daarnaast is het ook geschiedkundig onjuist, omdat vóór de invoering van de 1982 Burma Citizenship Law in Myanmar – waardoor de Rohingya effectief stateloos werden – deze mensen ook gewoon op officiële overheidsdocumenten als werden aangeduid als ‘Rohingya’.”
Explosie van geweld
“Terwijl de hele wereld toekijkt hoe burgers in Myanmar door de overheid worden vermoord, staat Koenders náást Aung San Suu Kyi en spreekt over ‘incidenten’, dat geloof je toch niet!?” aldus Wildeman. “Haar reactie was letterlijk dat er in elk land wel iets op te merken is over de mensenrechten. Dan weet je dus al hoe krachtig de boodschap van de Nederlandse overheid is overgekomen: niet. Myanmar staat op >positie nummer 1 qua waarschijnlijkheid van genocide. Daar kan je niet zo’n milde toon aanslaan en toekijken hoe de persoon die naast je staat tijdens een persconferentie de kritiek min of meer weg wuift.”
Onderwijs en gezondheidszorg
Toch zijn er ook positieve punten aan het bezoek van Koenders en de opening van de Nederlandse ambassade in het land. Zo sprak Koenders zich specifiek uit over het feit dat ook de Rohingya toegang moeten hebben tot onderwijs en gezondheidszorg. “Dit zijn essentiële stappen in de goede richting. In Sittwe – waar Stichting as-Salaamah wal’Adaalah actief is – staat de universiteit net buiten de stad in het gebied waar de Rohingya achter slot en grendel worden vastgehouden. Zij zien elke dag studenten daar naar school gaan, maar sinds 2013 is het voor moslims verboden om ook educatie te krijgen. Dat kán niet,” aldus Wildeman. “Ook krijg ik regelmatig informatie van mijn contacten in het gebied en sprak ik zelf met mensen die familieleden hebben verloren aan medische omstandigheden die soms simpel te behandelen zijn, alleen mogen de Rohingya niet naar het ziekenhuis. Vooral de foto’s van overleden baby’s krijg je niet snel van je netvlies.”
De vraag blijft ook hierbij echter in hoeverre de woorden van de Nederlandse minister zullen worden omgezet in daadwerkelijke veranderingen, als dat al zal gebeuren.