De regering van Thailand moet de Rohingya’s uit Myanmar die worden vastgehouden onder onmenselijke en onveilige omstandigheden vrijlaten en garanderen dat de benodigde bescherming wordt gegeven. Dat zegt Brad Adams, directeur van de Azië-divisie van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch, vandaag in een persbericht. Hij reageert daarmee op een voorstel van de Thaise regering om vluchtelingen te herplaatsen.
Op 9 augustus vertelde de minister van sociale ontwikkeling en menselijke veiligheid, Paveena Hongsakula, nog aan diverse media dat de detentie en mensenhandel van Rohingya’s in Thailand behoren tot serieuze mensenrechten problematiek. Echter, vier dagen later stelde ze tijdens een kabinetsvergadering voor om de vluchtelingen te herplaatsen naar andere opvangkampen nabij de grens met Myanmar, een plan dat naar verluidt de steun heeft van premier Yingluck Shinawatra en de minister van Buitenlandse Zaken Surapong Tovichakchaikul.
Ondanks het feit dat veel Rohingya vorig jaar Myanmar ontvlucht zijn voor etnische zuivering en misdaden tegen de menselijkheid in Rakhine State, weigert de Thaise regering om hen te beschouwen als vluchtelingen. Sinds januari worden door de Thaise autoriteiten 2.055 Rohingya vastgehouden op grond van het feit dat zij het land zijn illegaal zijn binnengekomen volgens de regering. De mannen zijn naar verschillende detentiecentra gebracht, terwijl de vrouwen en kinderen zijn vastgehouden in opvangcentra die worden beheerd door het ministerie van Sociale Ontwikkeling en Menselijke Veiligheid.
De meeste immigratie detentiecentra voor mannen zijn zwaar overbevolkt en de gedetineerde hebben geen toegang tot medische diensten en andere basisbehoeften. De Rohingya mannen worden vastgehouden in zeer kleine en krappe cellen die sterk lijken op grote kooien, waar zelfs nauwelijks ruimte is om te zitten. Veel Rohingya hebben lichamelijke klachten doordat zij al vijf maanden vast worden gehouden zonder mogelijkheden op enige lichaamsbeweging. Acht Rohingya mannen zijn inmiddels gestorven aan ziektes tijdens hun detentie. Interventies door medische instanties, mede vanwege media aandacht, hebben telken voor kleine verbeteringen gezorgd maar de structurele problemen niet kunnen wegnemen. In de opvangcentra voor vrouwen en kinderen zijn diverse mensenhandelaren en criminelen actief; naast afpersingen zijn vrouwen ook slachtoffer van aanranding en verkrachting geworden.
“De Thaise regering moet erkennen dat haar bestraffende detentie beleid ten aanzien van de Rohingya’s zowel onmenselijk als contraproductief is”, aldus Adams. “In plaats van hen vast te houden in grenskampen of detentiecentra, moet de Thaise regering overwegen om de Rohingya’s te in het land te laten blijven, werken, en leven onder tijdelijke bescherming.”