Op 2 juli 2014 beweerde een blogger uit Myanmar dat twee islamitische broers die een café in Mandalay runnen hun boeddhistische werkneemster hadden verkracht. De blog post ging viral op Facebook nadat de beruchte etnisch-nationalistische monnik Ashin Wirathu het verhaal ook op zijn pagina deelde. Als vergelding voor de niet-geverifieerde beschuldigingen van verkrachting, kwam vanuit de extremistische organisatie ‘Race and Faith Defense League’ (inderdaad vernoemd naar de Britse EDL) een gewelddadige reactie waarbij boeddhistische meutes islamitische winkels plunderden terwijl de politie weinig tot niets deel om ze onder controle te krijgen. Op 2 juli om 8 uur in de avond blokkeerde de regering van Myanmar de toegang tot Facebook terwijl gewelddadige bendes bleven rondzwerven op de straten.
Social media transformeert in feite van de manier waarop de wereld is georganiseerd. De overgang van hiërarchisch top-down leiderschap naar open, dynamische, informatie-georiënteerd bestuur heeft zelfs democratische leiders verrast. In autocratische staten is social media een belangrijke bedreiging voor de gevestigde regimes gebleken. In Egypte, Bahrein, Tunesië en Libië worden de frontlinies in de strijd niet bezet door machinegeweren, maar door mobiele telefoons, waardoor goed georganiseerde dissidenten zich met elkaar verbinden via Facebook en Twitter.
In Myanmar, een land met slechts een beperkte toegang tot internet (wat voorheen vaak vergeleken werd met het hermetisch gesloten Noord-Korea), groeit de rol van sociale media wat zowel door de overheid als allerlei organisaties en personen wordt erkend als een beslissende factor in de toekomst van het land. De meeste hoge ambtenaren in Myanmar, of ze nu een religieus of politieke rol bekleden, hebben officiële Facebook-en Twitter-accounts om te communiceren met hun kiezers.
Maar met slechts 26% van de bevolking van Myanmar die toegang heeft tot elektriciteit, en met een internet penetratie van naar schatting minder dan 1% (september 2013), heeft de centrale regering in Naypyidaw geen haast om de toegang voor de massa’s te vergemakkelijken gezien de mogelijke uitbreiding van de civiele onrust. Thein Sein’s pseudo-burgerregering is ook te verwikkeld in een van ‘s werelds langstlopende en meest wrede burgeroorlogen om plaats te maken voor een mogelijke revolutie in een gebied waar de gemiddelde persoon leeft van minder dan $2 inkomsten per dag.
Beperkte internet penetratie heeft social media er echter niet van weerhouden om een eigen rol te spelen ten nadele van een van ‘s werelds meest vervolgde minderheden. Zonder al te veel moeite kan men in Myanmar social media accounts vol met anti-islamitische haatzaaien vinden. Dit geeft niet direct een inzicht in hoe wijdverbreid hate-speech is noch hoeveel effect deze hate-speech heeft, maar een aantal recente nieuwsberichten werpen wel enig licht op de kracht van sociale media in de campagne tegen de (Rohingya-)moslims.
Het incident in Mandalay was niet de eerste keer dat sociale media een rol spelen in het onderdrukken van informatie en het verspreiden van haat tegen de moslims. In juni werd het International Human Rights, Human Dignity Film Festival in Rangoon onder druk gezet om de film “The Open Sky” niet te vertonen nadat gebruikers van sociale media kritiek op de film hadden gegeven, mede vanwege de voorgestelde ‘sympathie voor de benarde situatie van moslims in Myanmar’. Afgelopen juli werd de Faebook-account van de actrice Kuhn Sint Nay Chi uit Myanmar gehackt en gebruikt om anti-moslim hate-speech te verspreiden. In augustus 2013 werd een man beschuldigd van het plaatsen van foto’s van geweld tegen Rohingya-moslims op Facebook. Hij werd gearresteerd in een poging van de staat om de absolute controle van de informatie in de regio te demonstreren.
Later in augustus 2013 werd een team van Artsen Zonder Grenzen Nederland aangevallen op Facebook en enkele lokale en internationale medewerkers ontvingen bedreigingen voor zichzelf en hun familie nadat hun identiteit door onbekenden was onthuld. De veelgeprezen medische hulporganisatie werd kort daarna in begin 2014 de toegang tot de provincie Arakan ontzegt nadat zij informatie hadden gepubliceerd over anti-moslim geweld, iets wat de centrale overheid probeert te ontkennen.
De beruchte anti-moslim monnik Wirathu, een man die door Time Magazine is omschreven als ‘het gezicht van boeddhistisch terreur’ is geen onbekende met social media. Het voorbeeld van zijn rol op 2 juli is slechts een van de vele. Onderzoekers van The Sentinel Project volgen zijn venijnige etnisch-nationalistische berichten. In een enkel geval vonden zij dat Wirathu een foto had geplaatst van een wolf met een uiteengereten arm in zijn mond, waarbij in een bijschrift de islamitische minderheid werd vergelelem met een moordende carnivoor. Anti-islamitische activisten in Myanmar gebruiken zelf neppe foto’s van zogenaamd vermoorde vrouwen om aan te zetten tot haat op Facebook, waarbij zij ook beelden van horror-filmmaker Remy Couture gebruiken waarbij zij verhalen fabriceren dat de desbetreffende moorden zijn gepleegd door moslims.In het Midden-Oosten is social media een bedreiging gebleken voor het voortbestaan van onderdrukkende regimes. In Myanmar hebben slechts een klein aantal activisten van de islamitische minderheid toegang tot internet en als zodanig is de positieve rol van het internet voor hen beperkt. Een van de weinige bronnen voor informatie vanuit Arakan is de twitter-gebruiker Aung Aung. Zijn veelvuldige berichten over de voortdurende vervolging van de Rohingya tonen waarschijnlijk slechts een fractie van wat er werkelijk gebeurt. Elke belangrijke wijziging in de hiërarchische bestuursstructuur van Myanmar, hoe klein ook, zal samengaan met het verbeteren van de betaalbaarheid en beschikbaarheid van internet in het land, en zelfs dan zullen de gebruikers te kampen krijgen met wijdverbreide censuur en monitoring.
(dit artikel is geschreven door Streven Kierson voor The Sentinel Project, een organisatie die zich bezicht houdt met het wereldwijd monitoren en voorspellen van genocide)