Desmond Tutu is een Nobelprijswinnaar en voormalig aartsbisschop van Kaapstad in Zuid Afrika. Eerder dit jaar sprak hij tijdens de Oslo conferentie voor Rohingya in Noorwegen over de moslimminderheid in Myanmar. Dit was zijn bijdrage:
Dat wij erkenning en waardering voor de hervormingen door de overheid in Myanmar van de laatste jaren mag ons niet blind maken voor de voortdurende ontkenning en onderdrukking de etnische minderheden, specifiek voor de moslims van de Rohingya minderheid.
Een land dat niet in vrede is met zichzelf, dat er niet in slaagt om de waardigheid en de waarde van al haar mensen te erkennen en beschermen, is niet een vrij land. Vrijheid is niet iets dat verdeeld kan worden. Iedereen moeten worden uitgenodigd. Iedereen, stuk voor stuk.
De Rohingya zijn niet geraadpleegd toen de Britten de grenzen van Myanmar op de kaart aanbrachten. Met enkele pennenstreken werden zij een volk van een grensgebied; mensen wiens voorouderlijk land nu wordt doorkruist door politieke grenzen.De postkoloniale regering van Myanmar, die in 1948 werd verkozen, erkende de Rohingya officiëel als een inheemse gemeenschap, zo ook de eerste militaire regering die regeerde van 1962 tot 1974.
De manipulatie door het leger om etnische minderheden in het westen van het land tegen elkaar op te zetten dateert uit de late jaren ’50. In eerste instantie wilde het legen de islamitische Rohingya inzetten om de boeddhistische Rakhine-bevolking te onderdrukken nadat de Rakhine separatisten waren verslagen. Het leger wende zich alleen tot Rohingya.
In 1978 omschreef de ‘Far Eastern Economic Review’ de Rohingya als de slachtoffers van de apartheid in Myanmar. Een paar jaar schrapte een burgerschap wet (de ‘1982 citizenship law’ – NW) de Rohingya van de lijst van de inheemse bevolkingsgroepen en beschreef hen als moslim immigranten uit het buurland Bangladesh.
In de context van toenemende anti-islamitische sentimenten in Myanmar, beschouwen veel boeddhisten – vooral in de staat Rakhine – de Rohingya als illegale immigranten. Meer dan 100.000 Rohingya worden opgesloten in interneringskampen. Zij mogen niet vertrekken, zogenaamd “voor hun eigen bescherming.” Zij bezitten slechts tijdelijke identiteitsbewijzen. In februari verloor ze allemaal hun stemrecht.
De regering van Myanmar heeft geprobeerd zichzelf ontslaan van enige verantwoordelijkheid voor het conflict dat gaande is tussen de Rakhine en de Rohingya, en doet het voorkomen als sektarisch en etnisch geweld.
Ik ben meer geneigd om de waarschuwingen over te nemen van vooraanstaande wetenschappers en onderzoekers zoals van Amartya Sen – Nobelprijswinnaar voor de Economie – die stellen dat dit een bewust vals verhaal is dat wordt verspreidt om de langzame genocide die tegen de Rohingya wordt gepleegd te camoufleren. Er is bewijs, zeggen zij, dat de anti-Rohingya sentimenten zorgvuldig zijn gecultiveerd door de overheid van Myanmar zelf.Mensen kunnen onderling een verschillend uitterlijk hebben en zich onderling verschillen gedragen, maar uiteindelijk kan niemand van ons enige vorm van superioriteit ten opzichte van de ander claimen. We zijn allemaal hetzelfde! Er zijn geen natuurlijke verschillen tussen boeddhisten en moslims. Het is mogelijk om een hart van een christen te transplanteren in de bort van een hindoe borst en het is mogelijk om een nier van een burger van Israël te doneren aan een Palestijn.
We zijn geboren om elkander lief te hebben – zonder vooroordelen, zonder wantrouwen. Wij zijn als leden van één familie, de menselijke familie gemaakt voor elkaar en voor goedheid. Een ieder van ons!
Het is ons aangeleerd om te discrimineren, afgunst te hebben en te haten.
Als liefhebbers van vrede en als mensen die geloven in het recht van alle leden van deze familie op een leven in waardigheid en veiligheid, hebben wij een bijzondere verantwoordelijkheid ten opzichte van de Rohingya. 2015 is een belangrijk jaar voor Myanmar, een jaar met zowel een referendum over de grondwet als de algemene verkiezingen op de kalender.
Net zoals we ons inzetten om het land aan te moedigen om verder te bouwen aan de hervormingen die het is begonnen, hebben wij een verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het lot van de Rohingya niet verloren gaat. We hebben een verantwoordelijkheid om diegene die vanuit onze regeringen of het bedrijfsleven willen profiteren van nieuwe banden met Myanmar erop aan te spreken dat deze banden gegrondvest zijn op solide etische uitgangspunten
We hebben een verantwoordelijkheid om met betrekking tot al onze internationale en regionale hulp(-organisaties) en politieke instellingen, waaronder de Europese Unie, iedereen te overtuigen om een gemeenschappelijk standpunt in te nemen waarbij elke vorm van financiële steun voor de ontwikkeling van Myanmar enkel kan plaatsvinden op voorwaarde dat er een herstel van het staatsburgerschap, nationaliteit en de fundamentele rechten van de mens voor de Rohingya zal plaatsvinden.
(bron)