Binnenkort zal de wereld getuige zijn van een opmerkelijk situatie: een geliefde nobel prijswinnares die concentratiekampen uit de 21e eeuw zal erven van haar voorgangers.
Aung San Suu Kyi wordt gezien als één van de helden van onze tijdperk. Ze won de democratie voor haar land in november na een enorme zege op de nu nog regerende militaire partij in Myanmar. Maar als winnaar van het land erft ze ook een bevolkingsgroep die etnisch gezuiverd wordt en waar je waarschijnlijk vrij weining tot niets van hoort: De Rohingya moslim minderheid.
Een onderzoek uitgevoerd door de Yale Universiteit in Amerika heeft uitgewezen dat de etnische zuivering van meer dan 1 miljoen Rohingya kan leiden tot genocide. Een rapport van de VN (Verenigde naties) aan de Veiligheidsraad rapporteert over “Misdaden jegens de mensheid onder internationaal crimineel recht”. Ondanks deze serieuze aantijgingen houdt Aung San Suu Kyi vast aan deze Myanmarese versie van de apartheid in haar land. Ze is nu een politicus en de onderdrukking van de Rohingya is populair onder haar overgrote boeddhistische stemmers.
President Obama, een andere Nobelprijswinnaar met een enorme invloed in Myanmar na zijn 2 staatsbezoeken sinds zijn herverkiezing in 2012, geeft blijkbaar ook niet veel om de Rohingya, want het is angstvallig stil uit zijn hoek. Obama en Hillary Clinton zijn mede verantwoordelijk voor het ondersteunen van Aung San Suu Kyi in haar strijd om democratie. Dit is een significante prestatie en waarschijnlijk zal het bespreekbaar maken van de concentratiekampen een smet op de overwinning zijn. Deze houding heeft er helaas wel voor gezorgd dat Muhammed Karim van 14 is gestorven.
Muhammed leefde in een enorm concentratiekamp met meer dan tienduizend andere Rohingya. De overheid in Myanmar heeft hun reisdocumenten en staatsburgerschap afgepakt waardoor zij als onwettige immigranten worden bestempeld en nergens naar toe kunnen. “De kleine Muhammed wilde per boot de grens over vluchten met een groepje wanhopige Rohingya meteen na betaling aan mensensmokkelaars”, maar wij wilde daar niets van weten zei zijn moeder Sara Hatu.
Kort daarna liep Muhammed een snee op in zijn hiel. Niemand maakte zich ernstige zorgen, maar na een tijdje kon hij opeens zijn kaak niet meer openen. Hij liep tetanus op, een ziekte die simpel te bestrijden is met een tetanus prik. Zoals vele van zijn leeftijdsgenoten had hij geen toegang tot vaccinaties. Zijn moeder kon geen hulp vinden in het kamp en uiteindelijk kon zijn moeder een uitreisdocument regelen voor speciale gevallen, maar helaas was het al te laat. Twee dagen later kreeg ze het dode lichaam van haar kind terug.
Honderd meter verderop in een andere hut is een familie nog steeds in tranen na verlies van de 20-jarige Bildar Begum die Hepatitis A opliep. Opzich geen levensbedreigende ziekte, maar omdat er geen medicijnen aanwezig zijn is zij in december vorig jaar overleden. Bildar heeft door haar dood haar 2-jarige zoontje Hirol in het kamp achtergelaten. “Als zij geen Rohingya was dan was zij nu nog 100 procent zeker in leven”, zegt Enus Monir, één van de leiders van de gemeenschap.
Haar zoon Hirol van 28 maanden is aan het verhongeren en weegt nu niet eens 9 kg. Volgens de schema van de WHO (World Health Organization) staat Hirol ver beneden het minium gewicht binnen zijn leeftijdgroep. Sommige families hebben genoeg spaargeld op de bank in de stad Sittwe, maar omdat ze al sinds 2012 vastzitten in de kampen kunnen ze nergens heen en dus ook niet hun familie ondersteunen met voedsel en schoon drinkwater.
De wereldwijde aandacht voor de Rohingya is kort gezegd schandalig te noemen, maar dat komt deels door de overheid in Myanmar die journalisten en vrijwilligersorganisaties verbiedt de Rohingya op te zoeken. De Verenigde Naties in Myanmar is disfunctioneel binnen deze landsgrenzen. Uit geheime bronnen, die gedeeld zijn door criticasters binnen de VN, is op te maken dat leden van de VN binnen de landsgrenzen van Myanmar samenwerken om dit probleem buiten de schijnwerpers te houden. Dat zou kunnen betekenen dat de VN mede-schuldig is aan de schending van de mensenrechten in Myanmar.
Een groot applaus voor organisaties als Human Rights Watch, Fortify Rights en United to End Genocide. Deze organisaties hebben de problematiek in Myanmar aan de kaak gesteld en veel hulp geboden aan de Rohingya in verschillende kampen verspreidt over het land. Helaas zijn veel gebieden verboden verklaard voor de organisaties en dat heeft verstrekkende gevolgen. Het is nu al de grootste mensenrechten schending van de 21e eeuw.
Deze zaak zou niet alleen maar moeten worden opgelost door de overheid in Myanmar. Het gaat hier om mensen die worden verkracht, mishandeld, geen toegang hebben tot medicijnen en voedsel en dit gebeurt opzettelijk en op een continu basis. Het is een schending van de menserechten en dus is het een wereldwijde zaak die opgelost dient te worden door de wereld.
Dit opiniestuk van Nicholas Kristof verscheen in januari 2016 in de New York Times.