Afgelopen maandagavond is de bus van Tomás Ojea Quintana, VN speciaal rapporteur voor mensenrechten in Myanmar, aangevallen door een menigte boze Boeddhisten. De aanval vond plaats in Meikhtila, waar een golf van anti-moslim geweld in maart dit jaar het leven koste aan minstens 43 moslims, waarbij honderden woningen werden vernietigd en een geschat aantal van 13.000 mensen (merendeels moslims) op de vlucht sloegen.
Vanwege de aanval heeft Quintana moeten besluiten om een gepland bezoek aan een IDP (Internally Displaces Persons) vluchtelingenkamp dat 1.600 moslims huisvest te annuleren. Quintana bracht een 10-daags bezoek aan Myanmar om zich te informeren over de stand van de mensenrechten in het land, specifiek in relatie tot de moslimbevolking die het slachtoffer is van zowel sektarisch geweld als discriminerende wetgeving door de overheid.
De wagen waarin Quintana zich bevond werd aangevallen door een menigte van ongeveer 200 mensen. Direct begonnen zij hard tegen de deuren en ramen te slaan en schoppen terwijl zij Quintana uitscholden. Tijdens een persconferentie afgelopen woensdag gaf Quintana hierover een statement aan de aanwezige pers:
De angst die ik ervoer tijdens het incident, waarbij ik totaal onbeschermd was hoewel de politie nabij was, gaf me inzicht in de angst die de lokale bewoners hebben moeten ervaren toen zij achterna gezeten werden door gewelddadige menigte tijdens de gewelddadigheden afgelopen maart (…) De staat heeft gefaald om mij te beschermen”.
Volgens de woordvoerder van president Thein Sein was er sprake van een vreedzaam protest en wilde de menigte alleen een t-shirt en een document aan Quintana afgeven. Ook ziet hij niet waar de overheid tekort zou zijn geschoten om de veiligheid van Quintana te garanderen.
Dit was het achtste bezoek dat Quintana namens de Verenigde Naties bracht aan Myanmar. Op 24 oktober presenteert hij bij de VN formeel zijn bevindingen.