Aan de poorten van het dorpje Thaungtan staat een gloednieuw bord met zwarte letters en een felle gele achtergrond met de boodschap: “Moslims mogen hier niet overnachten, moslims mogen hier geen huizen huren en moslims mogen niet trouwen”. Het bord verscheen eind maart prominent voor de poorten van het dorp nadat boeddhisten in het dorp vrijwillig of gedwongen hadden getekend voor een segregatie van moslims en niet moslims in hun gemeenschap.
Sinds eind maart zijn er meerdere plekken in Myanmar waarin deze vorm van ‘democratie’ wordt toegepast door boeddhistische hardliners. Deze dorpen zijn het bewijs van de groeiende problematiek die voelbaar is in het hele land en voornamelijk in dorpen en vluchtelingenkampen. De toch al wankelende democratie in Myanmar staat nu hevig onder druk in een land waar de overgrote meerderheid boeddhistisch is.
Na een jarenlange militaire dictatuur in het land staat Myanmar voor het begin van een nieuwe tijdperk met Aung San Suu Kyi aan de leiding. Ondanks haar machtspositie heeft het leger nog steeds de beste hand en heeft het nog veel invloed en macht in het land.
Overheid draagt bij aan verharding
De laatste weken zijn in het teken geweest van rechts extremistische activiteiten en demonstraties zoals voor de Amerikaanse ambassade in Yangon. De Amerikaanse ambassadeur van het land werd verzocht het woord ‘Rohingya’ niet meer in de mond te nemen nadat hij zijn steunbetuigingen had uitgesproken aan getroffen families kort na een bootongeluk voor de kust van Myanmar waarbij tientallen doden vielen.
Aung San Suu Kyi, leider van de democratische NLD en Nobelprijswinnares, heeft zich nauwelijks uitgesproken tegen het groeiende sektarische geweld in het land dat toch al haar kookpunt had bereikt. Dit tot frustratie van vele Rohingya leiders in het land en westerse hulp- en mensenrechtenorganisaties zoals Human Rights Wachts.
Aung San Suu Kyi zou volgens verschillende berichten de Amerikaanse ambassadeur hebben aangesproken op het gebruik van de term Rohingya. De nieuwe minister van religie, de voormalige generaal Thura Aung Ko, heeft recent de moslims en hindoes in het land bestempelt als ‘associate citizens’ (wat ze dus geen volwaardige burgers maakt).
Na gesprekken met verschillende inwoners van het dorp is het duidelijk dat de eens zulke goede buren zijn verhard door de retoriek van de overheid. Een inwoner van het dorp noemt de angst die men voelt voor aanvallen en haat als het zien van een geest. “Al hebben we nooit een geest gezien, we zijn er toch doodsbang voor,” zegt de anonieme dorpeling die niet zijn naam wil noemen uit angst voor represailles. In het begin was hij zelf namelijk tegen het ophangen van het bord in het dorp.
Haat tegen ‘nieuwkomers’
Kyaw San Win woont in Yangon met zijn vrouw en familie. Nadat zijn vader besloot met pensioen te gaan adviseerde hij hem te vertrekken naar het dorpje Thaungtan waar zijn echtgenoot oorspronkelijk vandaan komt. Helaas begon voor hun een onvoorziene nachtmerrie. Hij kocht en renoveerde een oud houten huis, maar al snel kregen ze een onvriendelijke welkom van monniken woonachtig in een tempel nabij het nieuwe gerenoveerde huis.
Nieuwkomers – maar moslims specifiek – worden door de monniken aangeduid als ‘kalar’, wat een scheldwoord is die in de mond wordt genomen door voornamelijk boeddhisten. Qua betekenis is het min of meer gelijk aan het Engelse woord ‘nigger’. De vader van Kyaw San Win voelde zich al snel niet meer veilig en wilde weg uit het dorp, omdat het dorpshoofd zijn veiligheid niet kon garanderen en een rechts nationalistische groepering genaamd “Patriottisch Jeugd Netwerk” dreigde zijn huis en zijn familie wat aan te doen.
Vorige maand heeft Kyaw San Win het huis kunnen verkopen. “We zijn blij dat wij boeddhisten zijn en geen moslims anders had het heel anders kunnen aflopen met mijn ouders,” zegt Kyaw San Win. Een familielid van Kyaw San Win zegt tot slot dat hij vindt dat elke persoon in dit land, ongeacht religie, in vrede zou moeten kunnen leven waar hij of zij maar zou willen.