Yanghee Lee, de nieuwe VN-rapporteur met betrekking tot de mensenrechtensituatie in Myanmar, heeft tijdens een bezoek aan Sittwe (de hoofdstad van Arakan State) een ontmoeting gehad met diverse leiders van zowel de Arakanese boeddhistische gemeenschap als de Rohingya moslimgemeenschappen.
“Zij vertelde ons enkel dat ze wilde luisteren naar onze bezorgdheid over de situatie”, zegt Than Thun, een leider van een Arakanese NGO die deelnam aan de ontmoeting met Yanghee Lee, afgelopen zondag.
“De leiders van onze gemeenschap gaven haar een brief om uit te leggen waarom er conflicten in onze regio zijn tussen de Rakhine boeddhisten en de ‘Bengalen’. In de brief wordt zowel de geschiedenis van het conflict als de huidige situatie uitgelegd,” zei hij, waarbij hij naar de Rohingya minderheid verwees met het woord ‘Bengalen’ om te suggereren dat de Rohingya immigranten uit Bangladesh zijn.
Volgens Than Thun is het het nog te vroeg om te kunnen zeggen wat de boeddhistische leiders vinden van de nieuwe mensenrechten rapporteur, waar hij aan toevoegde: “Ze zal een persconferentie geven aan het einde van haar reis. Laten we eerst eens kijken wat ze zal zeggen en dan kunnen we weten wat voor soort persoon ze is. ”
De Zuid-Koreaanse Yanghee Lee maakt momenteel haar eerste bezoek aan Myanmar als VN-rapporteur en opvolger van de Argenteinse Tomás Ojea Quintana. Hij schreef talrijke rapporten over de crisis in Arakan State en waarschuwde dat de stateloze Rohingya-minderheid werd geconfronteerd met vervolging en een scala aan ernstige mensenrechtenschendingen vanuit zowel de autoriteiten als de boeddhistische gemeenschap in Arakan. Zowel de overheid als de boeddhistische leiders hebben zijn verslagen van de hand gewezen en noemde deze ‘bevooroordeeld’.De nieuwe rapporteur heeft vorige week aangekondigd dat ze tijdens haar reis – van 17 tot en met 26 juli – een bezoek brengt aan de steden Naypyidaw, Rangoon, Mandalay en Arakan State en Kachin State om uit de eerste hand informatie over de situatie van in Myanmar te verzamelen.
Ze stelde dat ze een “eerlijke en open gedachtewisseling” wilde aangaan tijdens vergaderingen met ambtenaren, politieke, religieuze en maatschappelijke vertegenwoordigers, maar ook vertegenwoordigers van NGO’s en slachtoffers van schendingen.
Door de staat gecontroleerde media melden dat de nieuwe VN-rapporteur vorige week een ontmoeting had met de Birma Human Right Commission en tevens een aantal gevangenen die zich in in de Rangoon’s Insein Gevangenis bevinden om politieke redenen, voordat ze naar Arakan Staat afreist.
Aung Win, een Rohingya mensenrechtenactivist die in het moslimkwartier van Sittwe woont, zei dat hij en andere Rohingya leiders ook een ontmoeting met Yanghee Lee hebben gehad op zondag. Hij voegde er aan toe dat de rapporteur ook Aung Mingalar bezocht en een kamp voor ontheemden Rohingya, evenals twee kampen voor ontheemden boeddhisten.
“Ik vertelde haar over hoe onze kinderen niet naar de universiteit van Sittwe kunnen gaan. Ik vertelde haar dat iedereen volgens de VN het recht heeft op onderwijs, maar onze kinderen kunnen die niet krijgen,” zei hij.
“Een van onze leiders vertelde haar dat we een overheidsprogramma nodig hebben om weer te kunnen terugkeren [in onze voormalige huizen], terwijl een ander zei dat wij ook rechten dienen te krijgen onder de in 1982 aangenomen burgerschapswet,” aldus Aung Win zei, verwijzend naar een wet die de moslim effectief stateloos heeft gemaakt.
Volgens Aung Win hadden de lokale moslimleiders ook geklaagd over het gebrek aan medische zorg in de Rohingya-kampen. “Er is geen 24-uurs-service. Ze bieden slechts 2 uur per dag medische zorg door middel van een mobiele kliniek die de kampen bezoekt. We hebben haar dus vertelt dat wij ook ons recht op toegang tot zorg hebben verloren. ”
Ongeveer 140.000 Rohingya zijn van huis en haard verdreven binnen Myanmar sinds het uitbreken van een dodelijke golf van anti-moslim geweld in 2012 worden nu bijeen gehouden in smerige, overvolle IDP-kampen. De lokale autoriteiten voorkomen dat ze deze kampen kunnen verlaten. In de kampen zijn zij beperkt in de toegang tot de humanitaire hulp en elementaire overheidsdiensten zoals gezondheidszorg, onderwijs en voedselvoorzieningen.
Het moslimkwartier Aung Mingalar wordt beschouwd als een ghetto waar de autoriteiten voorkomen dat de ongeveer 6.000 islamitische bewoners het gebied in het centrum van Sittwe verlaten. Gezinnen binnen de muren hebben geen toegang tot basisvoorzieningen.
Sinds het uitbreken van geweld in 2012 is een zeer gespannen situatie blijven bestaan en de regering lijkt niet in staat om tot een oplossing van deze situatie te (willen) komen. De toegang voor internationale hulporganisaties aan de behoeftige moslimgemeenschappen is de afgelopen maanden verder beperkt. Ook blokkeert de overheid de twee belangrijke medische liefdadigheidsinstellingen die de Rohingya zouden willen helpen.